Onlangs las ik een column van Guus Hiddink in de Telegraaf waarin hij het had over onze minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Zij maakt zich ernstig zorgen over de toename van het aantal te dikke mensen in Nederland en relateerde dat naast voedingsgewoonten ook aan het bewegingspatroon. Tot zover allemaal logisch en niets nieuws. Ze heeft een plan bedacht hoe de jeugd meer in beweging te krijgen. Mijnheer Hiddink vraagt zich terecht af waar in dit verhaal het gymnastiekonderwijs blijft, want alle maatregelen die onze minister noemt vinden buiten schooltijd en vrijblijvend plaats. Onze overheid heeft met alle bezuinigingsmaatregelen van de afgelopen jaren het gymnastiekonderwijs drastisch in uren teruggedrongen met –in mijn ogen- alle gevolgen van dien. Gevolgen die verder gaan dan alleen overgewicht. Wat zwaar onderbelicht is –ondanks dat de kennis er wel is lijkt die nog niet tot in Den Haag zijn doorgedrongen- is de invloed van minder bewegen op het leren. Het is een feit dat de capaciteit om te leren samenhangt met een goede samenwerking in onze hersenen. En simpel gezegd stimuleer en ontwikkel je deze samenwerking door veel motorische activiteit. Veel spelen en bewegen zorgen ervoor dat de zenuwcellen gestimuleerd worden. Daardoor ontstaan er goede en snelle verbindingen, die nodig zijn voor het leerproces. Aangezien de minister heeft ingezet op hogere prestaties bij de kinderen in het onderwijs lijkt het mij logisch heel snel te gaan zorgen dat kinderen op scholen veel en veel meer gaan bewegen. In mijn praktijk krijg ik regelmatig kinderen met leerproblemen en werk ik veel aan motorische oefening en integratie. Het is prachtig om te zien dat wanneer kinderen daar een periode intensief mee oefenen, ze grote vooruitgang boeken! Ik wens dat de minister van VWS snel gaat praten met onze minister van Onderwijs en ze samen tot het bewegingsinzicht komen! Annemieke Hoogeboom